Apotheek De Leyens

Hekbootkade 56 2725 AR Zoetermeer Tel:079-3312900

Medische Encyclopedie

Inhoud

citalopram

Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI’s. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Wat doet citalopram en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten.

Effect
Citalopram vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Het is belangrijk het medicijn dan nog ongeveer een halfjaar te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van citalopram merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over depressie . “

Angstgevoelens en gespannenheid

Verschijnselen
Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

Behandeling
Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, zoals citalopram of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

Effect
Citalopram vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.
Citalopram werkt bij ongeveer zes op de tien mensen. Het is belangrijk om het medicijn minstens een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Werking
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van citalopram merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen.

Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.  

Lees meer over angstgevoelens en gespannenheid . “

Dwangstoornis

Verschijnselen
Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaalde handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een ‘obsessief-compulsieve stoornis’.

Behandeling
Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren om ook citalopram te gebruiken.

Effect
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van citalopram merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over dwangstoornis . “

Paniekstoornis

Verschijnselen
Bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven.

Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen. Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

Behandeling
Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen. De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals citalopram.

Effect
Citalopram vermindert de kans op en de ernst van een paniekaanval. Ook zorgt citalopram ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van citalopram merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen.

Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over paniekstoornis . “

Specifieke fobie

Verschijnselen
Bij een specifieke fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor bepaalde dingen of situaties, zoals spinnen, bloed, hoogtes (hoogtevrees), vliegen (vliegangst) of kleine ruimtes (claustrofobie). Men kan daarbij last krijgen van lichamelijke klachten, zoals trillen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of hartkloppingen. Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken.

Behandeling
De behandeling van een specifieke fobie bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog. Helpen de gesprekken niet voldoende? Dan kunt u kiezen voor gedragstherapie. Heeft u dagelijks erg veel last van de angsten, en helpt gedragstherapie niet? Dan kan uw arts u adviseren ook citalopram te gebruiken.

Effect
U merkt het effect van citalopram niet meteen. Dit kan 6 tot 8 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over specifieke fobie . “

Posttraumatische stressstoornis

Verschijnselen
Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk.

Als het niet lukt om dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen. Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later.

Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

Behandeling
Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Citalopram kan helpen bij een posttraumatische stress-stoornis als ook sprake is van depressiviteit.

Effect
Het effect van citalopram merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen.

Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs. Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.  

Lees meer over posttraumatische stressstoornis . “

Seksuele stoornissen

Verschijnselen
Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis. Ook minder zin in vrijen kan een seksuele stoornis zijn.

Oorzaak
Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf voorbij. Soms blijven de klachten.

Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat,  schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

Behandeling
Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms serotonineheropnameremmers, zoals citalopram. Deze medicijnen worden oorspronkelijk gebruikt bij depressiviteit, maar verlengen ook de tijd tot de zaadlozing.

Effect
Het duurt 1 tot 2 weken voordat u dit effect van citalopram merkt.

Lees meer over seksuele stoornissen . “

Prikkelbaredarmsyndroom

Verschijnselen
Bij het prikkelbaredarmsyndroom heeft u langdurig last van darmkrampen. Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de darmen die meestal optreden als er voedsel passeert. Ook kunt u last hebben van winderigheid, afwisselend verstopping of dunne ontlasting, een opgezette buik of slijm bij de ontlasting.

Oorzaak
De precieze oorzaak is nog onbekend. Wel is bekend dat voedsel en stress een rol kunnen spelen.

Behandeling
Door vezelrijke voeding te gebruiken, voldoende te drinken, voldoende lichaamsbeweging te nemen en stress te vermijden, kunnen de klachten minder worden. Helpt dit onvoldoende, en heeft u erge pijnklachten? Dan kan uw arts citalopram voorschrijven. 

Lees meer over prikkelbaredarmsyndroom . “

Menstruatieklachten

Verschijnselen
Sommige vrouwen hebben veel last van het premenstrueel syndroom. Dit zijn psychische en lichamelijke klachten in de periode voor de menstruatie. Ze reageren emotioneel, zijn sneller geïrriteerd of somber, hebben pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, worden zwaarder door vochtophoping of krijgen huidproblemen.

Als de menstruatie eenmaal goed op gang komt, verdwijnen de klachten meestal snel. Dit wordt het premenstrueel syndroom genoemd. Deze klachten ontstaan door normale hormoonveranderingen in de cyclus van de vrouw.

Behandeling
Door stress te vermijden en voldoende te bewegen kunnen de klachten verminderen. Als u minder zout eet gaat u het vasthouden van vocht tegen.

Bij ernstig premenstrueel syndroom schrijft uw arts soms citalopram voor. De arts kan u adviseren citalopram elke dag te gebruiken of alleen in de twee weken voor u de menstruatie verwacht.

Effect
Bij start 2 weken voor de menstruatie merkt u meestal binnen 3 tot 5 dagen dat citalopram werkt. U bent minder emotioneel, minder prikkelbaar en u zult minder vocht vasthouden. Soms laat het effect op zich wachten en merkt u pas na enkele maanden een verbetering.

Lees meer over menstruatieklachten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.

De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, winderigheid, krampen en verminderde eetlust. 

    Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Ook kunt u de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid, een verminderd reactievermogen en aandachtsproblemen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten de eerste week van het gebruik en ook niet als u daarna last heeft van deze bijwerkingen.

  • Slapeloosheid

    Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd 's ochtends in.

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

    Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.

  • Droge mond

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Zweten 

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing. 

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Sommige mensen blijven last hebben van seksuele stoornissen, zelfs na het stoppen met het medicijn.

  • Gapen, trillen, oorsuizen en bibberen.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Verwardheid, angst en nervositeit.

    Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.

  • Gewichtsverandering

    Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.

  • Huiduitslag en jeuk

    Raadpleeg in dat geval uw arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartklachten zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag. 

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. 

    Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

  • Wazig zien. 

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Smaakstoornissen

    Neem contact op met uw arts bij de eerste verschijnselen.

  • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid.

    Vooral mensen met de ziekte van Parkinson, kunnen hier meer last van krijgen. Raadpleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering van citalopram verlaagd worden.

  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen. 

    Raadpleeg uw arts als u daar vaak last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.

  • Hallucinaties (dingen zien en horen die er niet werkelijk zijn). 

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten, vijandige gevoelens naar zichzelf of anderen. 

    Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren.

  • Haaruitval

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Kans op toename van het aantal aanvallen bij epilepsie.

    Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.

  • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

     Waarschuw bij deze klachten uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. 

    U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor citalopram. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Dit middel kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). 

    Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. Een zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor beschermt hier slechts gedeeltelijk tegen. Blijf daarom uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur en draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril.

  • Melkafscheiding uit de borsten. 

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Als het optreedt, is dat meestal aan het begin van het gebruik. Of na een verhoging van de dosering.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik citalopram gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnenis vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u behalve citalopram een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met citalopram kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartaandoening hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur en naproxen. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van citalopram vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch citalopram samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en trazodon. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met citalopram gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al gestopt bent met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een ander medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Citalopram kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u citalopram gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
  • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met citalopram gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.
  • Rifampicine, een medicijn gebruikt tegen onder andere tuberculose. De werking van escitalopram kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.
  • Carbamazepine, een medicijn tegen onder andere epilepsie. De werking van escitalopram kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.

Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

  • De pijnstillers pethidine en tramadol.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline

Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met citalopram gebruiken.

  • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
    fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met citalopram duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met citalopram mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met citalopram beginnen. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn en aandachtsproblemen. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook depressie of erge paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra slaperig worden. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan citalopram. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind.
Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen op een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Wel is bekend dat bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan wanneer u dit medicijn voor lange tijd gebruikt tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester). Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.
Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de baby of voor u zijn. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een heel kleine hoeveelheid in de moedermelk. De kans dat er bijwerkingen optreden bij de baby is klein. Maar niet helemaal uit te sluiten. Merkt u dat de baby de eerste weken slecht slaapt, suf is, veel huilt, slecht drinkt of niet goed groeit? Neem dan contact op met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek. Download het instructieblad slikken van medicijnen.

Hoe?

  • Tabletten: innemen met een half glas water.
  • Druppels: voeg de druppels toe aan een half glas water en drink dat op.

Wanneer?
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan ’s avonds voor het slapengaan in.

Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter ’s ochtends innemen.

Hoe lang

  • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
  • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
  • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
  • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog 1 jaar blijven gebruiken.
  • Specifieke fobie. Als het medicijn na 8 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog 1 jaar blijven gebruiken.
  • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens 1 jaar blijven gebruiken.
  • Seksuele stoornissen. Als het medicijn na 4 tot 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
  • Prikkelbaredarmsyndroom. Heeft u na 12 weken nog steeds last? Dan heeft verdere behandeling met dit medicijn geen zin. Na verbetering van de klachten gebruikt u het meestal 6 maanden of langer.
  • Premenstrueel syndroom.  De arts kan u adviseren dit medicijn elke dag te gebruiken of alleen in de 2 weken voor u de menstruatie verwacht. Heeft het medicijn na drie menstruaties geen effect? Spreek hierover met uw arts.

Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert, en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

Terug naar overzicht